Als hoofd van de Knoll Planning-afdeling benaderde Florence Knoll het ontwerp van meubels altijd met de grotere ruimte in gedachten. Het belangrijkste voor haar was hoe een stuk in het grotere ontwerp paste — de kamer, de vloer, het gebouw. Elk element van een door Knoll geplande ruimte ondersteunde het algehele ontwerp en vulde de bestaande architectuur aan. Florence was nooit iemand die concessies deed, en vaak ontwierp ze meubels wanneer ze, “het meubelstuk nodig had voor een project en het er niet was.” Hoewel ze zichzelf nooit als meubelontwerpster beschouwde, leidde haar zoektocht naar harmonie van ruimte en consistentie in ontwerp haar ertoe om verschillende van Knolls meest iconische stukken te ontwerpen — allemaal eenvoudig, maar geen van hen simpel. Toen de wolkenkrabbers in Amerika oprijsden tijdens de naoorlogse bloei, beschouwde Florence Knoll het als haar taak om de vocabulaire en de rationale van de moderne buitenkant naar de binnenruimte van het bedrijfsbureau te vertalen. In tegenstelling tot Saarinen en Bertoia, waren haar ontwerpen dan ook architectonisch van aard, niet sculpturaal. Ze verkleinde het ritme en de details van moderne architectuur, terwijl ze ze verhumaniseerde door middel van kleur en textuur. Haar loungecollectie, ontworpen in 1954, is een perfect voorbeeld van haar ingetogen, geometrische benadering van meubels, duidelijk afgeleid van haar favoriete mentor, Mies van der Rohe.
Deze veelzijdige collectie omvat een loungestoel, een twee-zitsbank en een drie-zitsbank. Het KnollStudio-logo en de handtekening van Florence Knoll zijn in de basis van elk frame gestempeld om de authenticiteit te garanderen.